Bernadette: Duurzaam investeren betekent dat fondsbeheerders in hun investeringsstrategie niet alleen naar de puur financiële factoren kijken, maar ook naar het milieu, het sociale aspect en het goed beheer van bedrijven of instituties. En dat
om de risico’s beter te beheersen en duurzame rendementen te boeken op langere
termijn. Dit is de definitie van de
UNPRI, de United Nations Principles of Responsable Investing, die AG mee ondertekende.
Het gaat dan meer bepaald over
ESG-criteria: Environmental, Social en Governance. Voorbeelden zijn het in kaart brengen van de luchtvervuiling van een bedrijf, het respect voor de mens- en kinderrechten en het vermijden van fraude. Pin je dus niet alleen vast op het milieu en het klimaat, waar de media en politiek de laatste maanden op focussen. Het gaat veel verder dan dat.
Bernadette: AG heeft als investeerder met een langetermijnfocus
al sinds 2007 heel wat inspanningen geleverd om duurzaam te investeren. Vanzelfsprekend passen we de wettelijk geregelde uitsluitingen toe. Dit betekent dat we niet beleggen in landen die internationale sancties opgelegd kregen of in controversiële wapens zoals bepaald in de Belgische wetgeving. We willen ook financieringen vermijden die verlopen via ‘fiscale paradijzen’ … En recent voegden we ook investeringen in wapens, tabak en steenkool aan de uitsluitingen toe.
Sinds dit jaar gaan we nog
een stap verder door bij AG Insurance en AG Employee Benefits de ESG-criteria verder te integreren bij het nemen van al onze investeringsbeslissingen, zowel in tak 21 als tak 23. De ondertekening van de UNPRI is een ander zichtbaar bewijs.
Wim: Inderdaad, de UNPRI zitten in de genen van AG. Voordeel van de UNPRI is dat we elk jaar moeten tonen wát we gedaan hebben.
Het blijft dus niet alleen bij woorden, we moeten het ook dóén. En die criteria worden ook elk jaar strenger en strenger.
Bernadette: De ondertekening van de UNPRI zorgt ook voor een
transparant kader. Onze interne beheerders houden rekening met de richtlijnen, en ook onze externe beheerders moeten de UNPRI ondertekend hebben en respecteren. Daardoor werken we uitsluitend met beheerders die gevoelig zijn voor de ESG-problematiek en die er ook rekening mee houden bij het kiezen van de juiste investeringen, zodat onze klanten er mee van kunnen profiteren.
Bernadette: Voor de integratie van de ESG-factoren is het belangrijk dat we over die elementen een goed zicht krijgen. Daarvoor werken we samen met een onafhankelijke internationale externe partner die die specifieke ESG-gegevens aanlevert. Ontstaat er over een bedrijf controverse, dan komt dit aan de oppervlakte en worden wij daarvan op de hoogte gesteld. En daarnaast gaan onze beheerders ook zelf op zoek naar
alle info nodig voor het nemen van een goed onderbouwde beslissing. Denk bijv. aan het opvolgen van persberichten en onafhankelijke financiële analyses, maar ook aan ontmoetingen met de bedrijven zelf.
Bernadette: Inderdaad, er wordt een proces opgestart waarbij de beheerder rekening moet houden met beide factoren.
We nemen de ESG-score in onze analyses mee en toetsen ze af aan onze eigen benchmark. Scoort de onderneming goed, dan mag de beheerder investeren. Scoort de onderneming lager dan de minimumscore, dan kan de beheerder wel investeren in de onderneming, maar moet hij dat verantwoorden en laten valideren op een ESG-comité. Deze strategie moet toelaten om bedrijven die in het verleden misschien minder goed scoorden, maar die duidelijk inspanningen doen om te verbeteren, op te nemen in onze investeringsportefeuille. Net omdat we als verzekeraar natuurlijk op de lange termijn moeten kijken en inschatten.
Wim: Ja, je premies en reserves worden duurzaam geïnvesteerd, ongeacht je kiest voor tak 21 of tak 23.
We integreren de ESG-factoren op onze volledige portefeuille, en dat is eigenlijk gewoon gezond verstand. Ik denk dat iedereen het eens is dat als je investeert in een bedrijf dat steenkool produceert, je er rekening mee moet houden dat dat op de lange termijn wel wat risico’s inhoudt voor de terugbetaling van bv. een obligatie op 15 jaar. En daarnaast zijn er een aantal sectoren waarin we niet meer investeren, omdat we denken dat die qua langetermijnrisico’s en reputatie niet bij ons passen, zoals tabak en wapens.
Wim: Vroeger bestond inderdaad het risico dat je door de integratie van de ESG-factoren een beperkte keuze aan investeringen had. Door de stijgende populariteit en vraag naar duurzaam investeren heb je nu echter veel meer gegevens ter beschikking. Op lange termijn zullen de verschillen naar mijn gevoel heel klein of zelfs positief zijn. Dat is ook wat de studies tonen. Het is dus geen ‘of-of-verhaal’:
met duurzaam investeren kies je voor het nastreven van duurzaamheid én rendement.
Bernadette: De aandacht voor duurzaamheid komt niet zomaar uit de lucht vallen, en sommige spelers uit de verzekeringssector, zoals AG, zijn er al meer dan 10 jaar mee bezig. Toch zien we dat de wetgever een inhaalbeweging moest maken. Vanaf 2015 werden er Europese initiatieven genomen en internationale verdragen gesloten rond duurzaamheid, en in 2018 lanceerde de Europese Commissie een actieplan voor de ontwikkeling van een meer duurzame economie.
Ook in België wordt er nu heel wat aandacht aan besteed. Zo wil de Nationale Bank van België de transitie naar een minder koolstofintensieve economie ondersteunen en vraagt ze om klimaatrisico’s op te nemen in het risicobeheer. En
bankenkoepel Febelfin besliste om een duurzaamheidslabel op te richten voor financiële producten die specifieke ESG-elementen integreren, en waarop de distributeurs en producenten van financiële producten vrijwillig kunnen intekenen.
Wim: Het toont perfect het
stijgende belang aan. Je merkt het: elke investeerder moet oog hebben voor duurzaamheid!