Lager aanvullend pensioen door hoger loonplafond - AG Employee Benefits
Hoger loonplafond kan tot lager aanvullend pensioen leiden

Gepubliceerd op 30/11/2021

DELEN

Hoger loonplafond kan tot lager aanvullend pensioen leiden

De federale regering heeft beslist om het loonplafond te verhogen en dat heeft vooral een impact op de hogere inkomens: wie meer dan het huidige plafond verdient, krijgt een hoger wettelijk pensioen. Maar een verhoging van het loonplafond kan tot lagere premies in het aanvullend pensioen leiden.


Het is wat onder de radar gebleven, maar in het kader van de pensioenhervorming waaraan de federale regering momenteel werkt, zijn al twee maatregelen van kracht: een verhoging van de minimumpensioenen tot 1.585 euro bruto en een verhoging van het loonplafond. De verhoging van het loonplafond heeft betrekking op het wettelijk pensioen, maar kan niet los gezien worden van het aanvullend pensioen.

Het loonplafond komt neer op een begrenzing van de stijging van het wettelijk pensioen naarmate iemand meer verdient. De federale regering verhoogt die grens en dat heeft vooral een impact op de hogere inkomens: een loontrekkende die meer dan het huidige plafond verdient, krijgt een hoger wettelijk pensioen. Voor inkomens onder dat plafond verandert er niets. In  2020 lag het loonplafond op een brutojaarloon van 60.027 euro, wat neerkomt op een brutomaandloon van ongeveer 4.600 euro. In totaal wordt het loonplafond tegen 2024 met 12,06% verhoogd, en dit zonder rekening te houden met een mogelijke indexering erbovenop. Achtereenvolgens worden de volgende geschatte bedragen de loonplafonds van de volgende jaren (zonder indexering op basis van de spilindex):

  • ​2021: 62 684,50 euro brutojaarloon voor pensioenen die ingaan vanaf 2022
  • 2022: 64 176,39 euro
  • 2023: 65 705,90 euro
  • 2024: 67 266,74 euro

Dat lijkt goed nieuws, maar er zit een addertje onder het gras, met name voor het aanvullend pensioen dat opgebouwd wordt via de werkgever. De berekening van de premies die gestort worden in het aanvullend pensioen is voor veel werknemers ook afhankelijk van het loonplafond. Een verhoging van het loonplafond kan dan tot lagere premies leiden. En voor jonge werknemers kan de stijging van het wettelijk pensioen via de verhoging van het loonplafond wel eens uitmonden in een verlies aan koopkracht via het aanvullend pensioen.

De premie van het aanvullend pensioen wordt doorgaans berekend in twee schijven: als een vast percentage van het loon tot het loonplafond (S1) en als een hoger percentage van het loon boven het loonplafond (S2). Gemiddeld ligt het eerste percentage rond 3%, het tweede percentage rond 8%. Als het loonplafond verhoogt, wordt de schijf die berekend wordt aan 8 procent kleiner, wat vervolgens ook de totale premie van het aanvullend pensioen lager doet uitkomen.

Op die manier zou de verhoging van het loonplafond voor sommige werknemers dus een vergiftigd geschenk kunnen zijn. AG onderzoekt wat op termijn de beste oplossing is. Contacteer zeker uw contactpersoon voor bijkomende info.