Vermijd de pensioenschok voor uw werknemers

Gepubliceerd op 26/09/2023

DELEN

Meet de impact van uw pensioenplan

​​​

Hebt u zich al eens afgevraagd of de zogenaamde ‘pensioenschok’, een term die geregeld opduikt in diverse media, goed voelbaar zal zijn voor uw medewerkers? Is de bijdrage aan hun groepsverzekering voldoende hoog om de forse terugval van het inkomen bij pensionering te vermijden?

Dit voorjaar ontvingen we niemand minder dan Pierre Devolder in onze AG Campus. Als professor actuariële wetenschappen en financiën aan de UC Louvain, meet hij wat de impact is van de inspanningen die we doen voor de opbouw van het aanvullend pensioen.

Ook onderzocht hij of de 3% bijdragedoelstelling die de overheid ons aanraadt, voldoende zal zijn om de pensioenschok op te vangen. 

.
Het voorbeeld dat professor Devolder aanhaalt, spreekt voor zich:
 ​
​​
​Stel dat een werknemer …
    • ​​gedurende 45 jaar
    • 3% van zijn jaarsalaris bijdraagt aan zijn groepsverzekering
    • aan een reëel rendement van 0,75%
    • en zijn levensverwachting is 22 jaar op de dag van zijn pensioen … 
… dan komen we tot een vervangingsratio van 7,9%
(1% bijdrage leidt tot een vervangingsratio van 2,6%).

Dit wil zeggen dat uw werknemers voldoende lang en regelmatig moeten bijdragen om een vervangingsinkomen van bijna 8% op te bouwen. De vervangingsratio, of het vervangingsinkomen, is de verhouding tussen de pensioenuitkering en het laatst verdiende loon. 

Een stijging van 8% … is dat genoeg?
Nu, laten we eerlijk zijn, 8% vervangingsinkomen bovenop het beperkte wettelijk pensioen is niet voldoende om later even comfortabel te leven als nu. Als we ambitieus zijn, dan kunnen we beter een totale vervangingsratio van 80% nastreven: 50% wettelijk pensioen (1e pijler) + 20% aanvullend pensioen (2e pijler) + 10% individueel beleggen (3e pijler). 

En raad eens hoeveel een werknemer zou moeten bijdragen om die 20% in de 2e pijler te behalen? Liefst 7,5%. De 3%-doelstelling is dus zeker geen maximum, eerder een mooie vertrekbasis.

“Geen enkele inkomensgroep haalt met de 
huidige gemiddelde bijdragen in het aanvullend pensioen een vervangingsratio van 70% of meer.”

Benoit Halbart
Directeur Employee Benefits bij AG Insurance
​​

En hoe zit het met de hogere lonen? 
Nu denkt u misschien dat de werknemers die het meest verdienen later op rozen zullen zitten. Zij dragen immers in absolute cijfers het meest bij aan de tweede pijler. Wel, vergis u niet: ook zij zullen geconfronteerd worden met de pensioenschok. 

Voor de hogere lonen wordt meestal een step rate formule gebruikt om de bijdrage te bepalen. De bijdrage bestaat op die manier uit twee delen: een bijdrage op het deel van het salaris tot aan het loonplafond dat gebruikt wordt voor de berekening van het wettelijk pensioen (S1), en een iets hogere bijdrage op het loon boven dat loonplafond (S2). Voor het loon boven dat loonplafond is immers geen wettelijk pensioen voorzien.

​Een voorbeeld van de step rate formule: 3% S1 + 9% S2

Het aanvullend pensioen zal er slechts voor een deel in slagen om de lagere vervangingsratio van het wettelijk pensioen voor de hogere lonen te compenseren. Dat ziet u duidelijk in onderstaande grafiek:​

Wacht dus niet langer.
Wil u weten of uw pensioenplan voldoet om uw werknemers later een comfortabel vervangingsinkomen te bieden? 

Uw vertrouwde contactpersoon maakt graag tijd vrij om samen met u de gepaste formule te vinden waarbij u kan kiezen tussen onze tak 21- en tak 23-oplossingen, of een combinatie van beiden. 


​IK WIL EEN AFSPRAAK