
Gepubliceerd op 02/02/2021
DELEN
Loonfiscaliteit in België kent weinig fans onder werkgevers
Wat denken werkgevers in België over de fiscale behandeling van de verschillende verloningsmogelijkheden? Het Centre for Excellence in Strategic Rewards van Vlerick Business School zocht het uit. We videobelden met Xavier Baeten, Professor Reward & Sustainability. Als een van de bezielers van het onderzoek schetst hij de ruimere context bij de resultaten. En hij formuleert ook enkele interessante denkpistes voor de regering.
Wat denken werkgevers in België over de fiscale behandeling van de verschillende verloningsmogelijkheden? Het Centre for Excellence in Strategic Rewards van Vlerick Business School zocht het uit. We videobelden met Xavier Baeten, Professor Reward & Sustainability. Als een van de bezielers van het onderzoek schetst hij de ruimere context bij de resultaten. En hij formuleert ook enkele interessante denkpistes voor de regering.
Kan je de opzet van de studie rond de loonfiscaliteit even beschrijven?
Er wordt veel geroepen over de te hoge loonlast in België, dat onze bedrijven te veel sociale lasten en belastingen betalen. Wij wilden vooral antwoorden op de vraag wat er dan zou moeten veranderen. Daarom zijn we de bedrijven zelf gaan bevragen: Welke extralegale voordelen gebruiken ze? Hoe tevreden zijn ze over de fiscaliteit errond? 293 bedrijven namen deel aan onze studie, zowel grote als kleine bedrijven.
Als we kijken naar de algemene tevredenheid over het fiscale regime zoals het nu is, dan is amper 6% tevreden. Een dramatisch cijfer, vooral te wijten aan de hoge belasting op cash en variabele verloning. Duiken we dieper in de cijfers en leggen we het gebruik maken van, en de tevredenheid over, het fiscale regime van de verschillende benefits naast elkaar, dan zien we wel grote verschillen.
Zijn er opvallende verschillen tussen grote bedrijven en kmo’s?
Naar tevredenheid niet echt. Maar qua gebruik zien we, en dat is jammer, dat kmo’s relatief minder van die fiscaalvriendelijke verloningstechnieken gebruik maken. Grote bedrijven hebben vaker een eigen personeelsdienst die beter op de hoogte is van de mogelijkheden, en ook meer kan investeren in het optimaal inzetten ervan.
De complexiteit! Er zijn maar liefst 35 verschillende fiscale regimes rond allerlei extralegale voordelen. Werkgevers zien door de bomen het bos niet meer.
Aanvullende pensioenvoordelen en gezondheidsverzekeringen hebben een zeer groot maatschappelijk belang, omdat ze bijdragen aan het financiële welzijn van werknemers. Ze behoren dan ook tot de populairste van de klas, zowel qua gebruik als tevredenheid. Ik denk dat het met beide in België ook wel goed zit. Toch is er ook nog ruimte voor verbetering.
Wat het opbouwen van een aanvullend pensioen betreft, zien we al meteen een verschil tussen de werkgevers- en de werknemersbijdrage. De tevredenheid over het fiscaal regime van de werknemersbijdrage ligt een stuk lager, en men maakt er ook minder gebruik van. Er is, en daar wil ik echt een lans voor breken, te weinig flexibiliteit mogelijk. Ik ben voorstander van een ‘Core Plus-benadering’, waarbij je vertrekt van een goed basisplan in de tweede pijler. En waarbij je op een veel flexibelere manier bijstortingen moet kunnen doen.
Ik ben voorstander van een goed basisplan in de tweede pijler, waarbij je op een veel flexibelere manier bijstortingen moet kunnen doen."
Stel, je bent 55 jaar en je moet nog 12 jaar werken. Je leninglast is in orde, de kinderen zijn het huis uit … In principe zou je dan bijna de helft van je salaris kunnen bijstorten in je aanvullend pensioen. Maar dat kan vandaag dus niet. Je kan wel bij de werkgever een extra bijdrage doen, maar dat is vanuit je nettosalaris. Ik pleit dan ook voor een soort tweede pijler bis. Moet die even gunstig zijn als de tweede pijler? Niet noodzakelijk, maar er moet wel nog altijd een duidelijk voordeel aan gekoppeld zijn. Mensen worden steeds ouder, wat betekent dat het kapitaal dat je nodig hebt na je pensioen ook groter moet zijn om die extra jaren te overbruggen. Denk bijvoorbeeld aan de stijgende medische kosten, maar ook een eventueel langer verblijf in een woon- en zorgcentrum. Het zal echt nodig zijn om die reserve aan te leggen. Dus, waarom niet de mogelijkheid bieden om die reserve op een fiscaal gunstige manier op te bouwen?
Hier hetzelfde verhaal als bij het aanvullend pensioen: op zich zit het wel goed, maar er valt ook nog het een en ander rond te doen.
De tevredenheid over de fiscale behandeling van deze verzekeringen ligt hoog. Maar, en dat is opvallend, ze zijn een stuk minder populair. Amper 35% van de bedrijven maakt er gebruik van. Dat is voor mij een zeer groot aandachtspunt.
Amper 3% wil het fiscaal regime grotendeels behouden zoals dat vandaag bestaat. Dat toont duidelijk aan dat er iets moet veranderen. Deze studie past voor mij dan ook in de evolutie die nodig is naar… ik zou het ‘verantwoord belonen’ durven noemen. Daarin blijf je niet meer zitten in het model van directe verloning hier en nu, maar denk je ook echt op langere termijn aan de uitgestelde beloning.
Een eerste thema is het financieel welzijn van werknemers, met meer aandacht voor uitgestelde beloning. De roep om meer flexibiliteit in het opbouwen van het aanvullend pensioen, met bijkomende stortingen uit het brutosalaris van de werknemer. Maar ook de verdere stimulering van het gewaarborgd inkomen. We moeten met onze maatschappij zorgen voor het financiële welzijn van de mensen, en niet alleen focussen op de welvaart.
Het derde thema is voor mij het verder stimuleren van de vitaliteit van mensen, via opleidingen en persoonlijke ontwikkeling. Beide zijn ook vandaag al fiscaal aftrekbaar.
We stellen met plezier vast dat wat door de werkgevers gezegd wordt en wat wij aanbevelen, eigenlijk in lijn is met het regeerakkoord. Daarin staat dat men een verschuiving wil van alternatieve verloningsvormen naar meer basisfiscaliteit. Ik leid daaruit af dat men het grote pakket extralegale voordelen toch wat wil afbouwen in ruil voor een lagere basisfiscaliteit.
De coronacrisis heeft werkgevers de laatste maanden toch aan het denken gezet. Het thema vitaliteit stond al een tijdje op de radar van heel wat bedrijven, en dat is door de coronacrisis alleen maar verhoogd. Maar ook duurzaamheid en financieel en mentaal welzijn staan hoger op de agenda. Je voelt dat we stap voor stap naar een andere manier van verlonen evolueren. De vraag is of deze mindset blijvend zal zijn. Want na corona krijgen we waarschijnlijk terug een periode van economische groei, waarbij de economische belangen misschien terug gaan primeren.
Het is dus niet makkelijk voor de overheid. Maar corona brengt ons in een onwerkelijke situatie en het is misschien net daarom een goed startpunt om dingen te gaan veranderen.
Wie is Xavier Baeten?
|